Rekensprint is effectief in de praktijk

Rekensprint heeft zich inmiddels op duizenden scholen en RT-praktijken bewezen. De coachende aanpak en de mogelijkheid de begeleiding te verdelen maakt Rekensprint heel effectief. Zo kun je in minder rt-uren méér leerlingen begeleiden.

Hoe werkt 'samen sprinten' in de onderwijspraktijk?

 

  • Die paar leerlingen die uitvallen oefenen vrijwel dagelijks 12-15 minuten aan de hand van de gedetailleerde dagplanning en het 40-weken programma.
  • Met de diagnostische toets in de handleiding is het mogelijk om leerlingen verderop in het wekenprogramma te laten instappen.
  • Leerlingen oefenen mondeling, en begeleid, met de sommen op de weekkaarten en uit de sprintkaartensets. Op de weekkaart staat exact beschreven wat je – hoe lang – moet doen en of je een set sprintkaartjes nodig hebt.
  • De sprintkaartjes dienen ter visuele ondersteuning en bieden telkens een rekenopgave. Op de achterkant staan, voor de begeleider, de te noemen strategie en de uitkomst.
  • Op de registratiebladen houd je de voortgang bij. Deze werkwijze is vrijwel zelfsturend.
  • Je kunt Rekensprint ook klassikaal inzetten. Speciaal daarvoor is de digibordversie verschenen, die ook op tablets te gebruiken is.

 

In Rekensprint is het inslijpen van strategieën van groot belang. Leerlingen met rekenproblemen gebruiken vaak omslachtige en inefficiënte procedures, waarbij het werkgeheugen overbelast raakt en de kans op fouten groot is. Daarom oefent Rekensprint de belangrijkste basisstrategieën die efficiënt zijn en die altijd werken.

Bij verschillende opgaven moeten de strategieën verplicht in stappen worden ingevoerd, tot de leerling hier een voldoende score en een voldoende tempo op heeft behaald. Daarna mag de leerling de stappen in zijn hoofd uitvoeren en mag het antwoord in één keer ingevoerd worden. Een voorbeeld is de rijgstrategie bij 8+7=8+2+5=15.

Bij andere opgaven waarbij de strategie niet verplicht is, kan de leerling de voorkeurstrategie naar keuze oproepen ter ondersteuning. Een voorbeeld is de analogiestrategie: hierbij denkt de leerling aan een eenvoudige som, die lijkt op de moeilijke som (bij 45+3 denk je aan 5+3; bij 80-6 denk je aan 10-6). 

 

In het bijgevoegde overzicht staan de strategieën van Rekensprint Start, Basis, Extra en 1F op een rij voor leerkrachten en begeleiders die met Rekensprint werken. Het overzicht is te gebruiken bij Rekensprint Online en bij de ‘papieren’ versie van Rekensprint Automatiseren. Het betreft hierbij de opgaven die op de kaartjes in de boxen staan. 

 

Rekensprint Start

 

Rekensprint Basis

 

 

 

  • Remediërend programma voor het oefenen van hoeveelheidsbegrip,  getalbegrip, tellen en de bewerkingen tot 10 en tot 20 binnen het tiental
 
  • Automatisering van basisvaardigheden tot 100
  • Voor midden groep 2, voor groep 3 en eerste helft groep 4
 
  • Voor groep 4 en 5 of voor leerlingen in de bovenbouw met achterstanden

Meer informatie over
Rekensprint Start

 

 

Meer informatie over
Rekensprint Basis

 

 

 

Rekensprint Extra

 

Rekensprint 1F

 

 

 

  • Automatisering van alle basisvaardigheden tot 1000
 
  • Automatiseren van basisvaardigheden tot referentieniveau 1F
  • Voor leerlingen vanaf groep 5 en 6 of voor oudere leerlingen met
    achterstanden
 
  • Voor leerlingen vanaf groep 7 of voor oudere leerlingen met achterstanden

Meer informatie over
Rekensprint Extra

 

 

Meer informatie over
Rekensprint 1F